Een huisdier op kamers: dit moet je weten

Een kwispelende hond die op je afkomt als je je tas op de grond zet, een kat die spinnend bij je op schoot komt liggen of een konijn dat stiekem op het hoekje van je essay begint te knagen: een huisdier nemen terwijl je op kamers woont kan enorm gezellig zijn. Echter brengen deze metgezellen ook een grote verantwoordelijkheid, zorgen en kosten met zich mee. Waar moet je allemaal rekening mee houden als je een huisdier neemt terwijl je op kamers woont?

Ten eerste moet het überhaupt mogelijk zijn om een dier in huis te halen. Huisdieren zijn niet bij alle woonstichtingen welkom. Vraag dus eerst aan je huisbaas of dieren zijn toegestaan. Woon je met anderen in een studentenhuis? Ga dan bij je huisgenootjes na of zij het ermee eens zijn dat jij een dier in huis neemt. Het zou vervelend zijn als je een kat adopteert en iemand allergisch voor kattenhaar blijkt te zijn. Je zou ook samen met je huisgenoten een huisdier kunnen nemen, maar zorg dan wel dat je duidelijke afspraken met elkaar maakt over de verzorging en kosten van het dier.

Daarnaast is het goed om jezelf af te vragen of je genoeg tijd hebt voor het dier. Kan je het combineren met je colleges en eventuele bijbaan? Wat gebeurt er met het dier als je op vakantie gaat of een paar dagen terug naar je ouderlijke huis?

Hoeveel tijd je kwijt bent aan een huisdier, hangt af van het soort dier dat je zou willen. Vissen hebben bijvoorbeeld weinig verzorging nodig. Knaagdieren, zoals konijnen, hamsters of cavia’s en katten hebben alleen maar eten en drinken nodig en je moet een paar keer per week hun hok verschonen of de kattenbak leeg te scheppen. Ook kunnen ze best een dagje alleen thuis zijn. Honden, daarentegen, kosten veel tijd: drie à vier keer per dag wandelen, naar de hondentraining, douchen als ze door de modder zijn gerold, opvoeden, het zijn allemaal dingen waar je tijd aan kwijt bent. Daarnaast zijn honden roedeldieren, waardoor ze niet langer dan vier uur per dag alleen kunnen zijn en moeten ze het alleen zijn in kleine stapjes aanleren. Denk dus goed na hoeveel tijd je hebt en wat voor dier in jouw leven zou passen!

Verder zul je bij jezelf moeten nagaan of je woonruimte wel huisdierproof is. Studentenkamers zijn vaak klein en hebben over het algemeen geen tuin. Als je overweegt om een huisdier te nemen, moet je hier rekening mee houden. Een Berner sennenhond van veertig kilo kun je onmogelijk in een kamer van tien vierkante meter houden. Katten gaan graag naar buiten en zijn dus niet handig als je negen hoog woont. Een cavia of hamster kun je daarentegen in de meeste studentenwoningen kwijt. Deze dieren hebben echter wel een hok nodig, die ook op je kamer moet passen.

Tenslotte moet een huisdier ook binnen je budget passen. Studenten hebben het over het algemeen niet al te breed en een dier kost veel geld. Denk bijvoorbeeld aan voer, speeltjes, een goed hok, kattenbakkorrels of een sterke halsband (afhankelijk van welk dier je in huis haalt). Hou daarnaast ook rekening met kosten voor de dierenarts. Dierenartsbezoeken, medicijnen, behandelingen en ingrepen zijn aan de prijs. Het is daarom aan te raden om je huisdier te verzekeren, zodat je torenhoge kosten voorkomt als je maatje opeens ziek wordt.

Al met al is het van groot belang goed na te denken over de keuze voor een huisdier als student. Een dier kost tijd, geld, aandacht en is niet alleen een leuk beestje dat naast je op de bank kruipt. Een dier moet gelukkig en gezond bij je kunnen leven en jij draagt daar de verantwoordelijkheid voor. Daar krijg je dan wel een hele hoop knuffels, likjes, kopjes en gezelligheid voor terug!