Lager Onderwijs

Let op: deze informatie komt uit het archief en is niet meer actueel.
Niveau
Graad
Sector

De opleiding is een combinatie van theoretische cursussen en stages.
Beide opleidingscomponenten zijn nauw verwant omdat de theorie zo veel mogelijk wordt gekoppeld aan concrete ervaringen in de klas.

Alle lerarenopleidingen zijn gebaseerd op eenzelfde beroepsprofiel en dezelfde set van basiscompetenties die elke leerkracht moet bezitten.
Het gaat om een geheel van kennis, vaardigheden en attitudes die belangrijk zijn bij de beroepsuitoefening. Deze basiscompetenties leggen de nadruk op hedendaagse uitdagingen in het lerarenberoep (bv. zorg, grootstedelijke context, taalvaardigheid in het Nederlands, meertaligheid, diversificatie van het onderwijsgebeuren).



In de opleiding vind je vakken als opvoedkundige wetenschappen, onderwijskunde, communicatieve en psychopedagogische vaardigheden, levensbeschouwing, ICT.
Daarnaast is er een gedeelte specifiek toegespitst op het lager onderwijs met accent op Nederlands, wereldoriëatie, Frans, bewegings-, beeldende en muzikale opvoeding, wiskunde.
In het totale opleidingspakket is een stage van 45 studiepunten vervat.
De hogescholen organiseren deze stage als een zogenaamde preservice training waarin je wordt begeleid door een stagebegeleider van de hogeschool zelf én door een personeelslid van de instelling waar de stage doorgaat.
De praktijkervaring wordt gaandeweg opgebouwd met het vorderen van de opleiding en is een zeer belangrijk onderdeel van de totale opleiding.
In het 1ste jaar begin je met een observatiestage, om dan al snel beginnend te participeren aan het klasgebeuren om je zo verder te initiëren in de rol van onderwijzer.
Dit wordt aangevuld met demonstratielessen door ervaren leerkrachten en via inoefenen van deelvaardigheden in didactische ateliers.
Meestal sta je in het 1ste jaar nog samen met een collega-student voor de klas om in wederzijdse ondersteuning via waarneming en participatie de leerprocessen van de kinderen te observeren.



Vanaf het 2de jaar ga je zelfstandig aan de slag in de klas en leer je complexere werkvormen hanteren.
In het 3de jaar omvat de stage de helft van het schooljaar.
De stages zullen zich situeren over de verschillende leerjaren van het lager onderwijs en via keuzestages kan je je ervaringen uitbreiden naar het buitengewoon onderwijs, het methodeonderwijs, begeleidende diensten, concentratiescholen.



Doorheen de opleiding wordt veel belang gehecht aan de totale persoonlijkheidsontwikkeling van de toekomstige onderwijzer, waarbij de maatschappelijke betrokkenheid, de zorgverbredende instelling, de communicatieve vaardigheden, het werken in teamverband en zelfreflectie zeer belangrijk zijn.



Voor wie?


Een specifieke vooropleiding is niet nodig.


Je wil uiteraard lesgeven aan zes- tot twaalfjarigen en hen begeleiden.


Je hebt een groot inlevingsvermogen, bent communicatief, creatief en alert.


Toelatingseisen

Hoe wordt deze studie beoordeeld?

Voltijd
Algemeen oordeel
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over het opdoen van onderzoekend vermogen binnen de opleiding, denk bijv. aan analytisch denken, het doen van praktijkgericht onderzoek en het schriftelijk rapporteren over praktijkgericht onderzoek.
Aansluiting beroepspraktijk
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over docenten, denk bijv. aan de deskundigheid van docenten en de bereikbaarheid en betrokkenheid van docenten.
Docenten
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de sfeer op de opleiding.
Sfeer
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de kwaliteit van de studiebegeleiding door de opleiding, denk bijv. aan de mogelijkheid tot en kwaliteit van begeleiding en de mate waarin de opleiding initiatief neemt in begeleiding.
Studiebegeleiding
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de studiefaciliteiten, denk bijv. aan de computerruimtes, de bibliotheek en de ICT-faciliteiten.
Studiefaciliteiten
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de tevredenheid met hun baan.
Tevreden met baan
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over het loopbaanperspectief.
Tevreden over loopbaanperspectief
-
Het tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) dat studenten geven over de toetsing en beoordeling door de opleiding, denk bijv. aan de duidelijkheid over criteria waarop getoetst wordt en het aantal toetsmomenten.
Toetsing en beoordeling
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de mate waarin je wordt voorbereid op je beroepsloopbaan, denk bijv. aan het contact dat je hebt met de praktijk (stages).
Voorbereiding beroepsloopbaan
-
Het gemiddelde tevredenheidsoordeel (schaal van 1-10) van studenten over de wetenschappelijke vaardigheden wo.
Wetenschappelijke vaardigheden wo
-
Toon meer statistieken
Enquêtejaar 0